De controle op de verzekeringsplicht
Een van de belangrijkste doelen van de oorspronkelijke Wam-richtlijn is om het wegverkeer over de landsgrenzen binnen de EU zo makkelijke mogelijk te maken. Daar hoort niet bij dat er aan de grens controles plaatsvinden, waarbij voertuigen tot stilstand worden gebracht, zoals binnen het bestaande groene kaart systeem vroeger gebruikelijk was. Naast een paspoort moest men ook een geldige groene kaart tonen. Met de 1e Wam-richtlijn (1972) is al geregeld dat die controle op een verzekeringsbewijs achterwege kon blijven. In iedere E.U.-lidstaat is een groenekaartbureau dat garant staat voor voertuigen uit de andere lidstaten, ook als deze onverzekerd blijken.
Vanuit deze garantstelling leek er vaak geen noodzaak, zelfs geen mogelijkheid om buitenlandse voertuigen op de verzekeringsplicht te controleren. Gelijktijdig is door de Europese Commissie vastgesteld dat het onverzekerd rijden de samenleving nog veel geld kost en daarom verder moet worden teruggedrongen. De uitkeringen door de Waarborgfondsen komen immers uiteindelijk ten laste van de verzekerde consumenten. In artikel 4 van de richtlijn lezen wij:
“Zij kunnen echter dergelijke verzekeringscontroles verrichten mits die controles niet-discriminerend zijn en noodzakelijk en evenredig om het nagestreefde doel te bereiken, en:
a) worden verricht als onderdeel van een controle die niet uitsluitend op de controle van de verzekering is gericht, of
b) deel uitmaken van een algemeen systeem van controles op het nationale grondgebied die ook worden uitgevoerd op voertuigen welke gewoonlijk gestald zijn op het grondgebied van de controlerende lidstaat, en die niet vereisen dat het voertuig halt houdt.“
Van belang is dus dat er niet gediscrimineerd wordt en dat er niet uitsluitend op verzekering wordt gecontroleerd. Bovendien is noodzakelijk dat de controles langs geautomatiseerde weg, dat wil zeggen zonder staande houdingen zullen plaatsvinden, uiteraard om oponthoud te voorkomen. Er is verder nog een bepaling toegevoegd die ervoor zorgt dat de privacyregels zoals deze eerder door ‘Brussel’ zijn afgegeven (GDPR) onverminderd worden nageleefd. Om deze controles verder inhoud te geven zullen de overheden nauw met elkaar samenwerken om de digitale uitwisseling van (verzekerings)gegevens verder mogelijk te maken.
De internationale verklaring schadevrij rijden
De Europese Commissie heeft vastgesteld dat het nog steeds lastig blijkt de korting voor schadevrij rijden mee te nemen naar een verzekeraar in andere E.U.-lidstaat als men zich hier al dan niet tijdelijk gaat vestigen. Kortom, aanvullende regels zijn noodzakelijk. In artikel 16 van de aangepaste richtlijn lezen we nu:
“De lidstaten dragen er zorg voor dat de verzekeringnemer te allen tijde het recht heeft een verklaring te vragen betreffende de vorderingen die derden gedurende ten minste de laatste vijf jaar van de looptijd van de overeenkomst ten aanzien van het of de door de verzekeringsovereenkomst gedekte voertuig of voertuigen hebben ingediend, of een verklaring betreffende het ontbreken van dergelijke vorderingen (“verklaring betreffende het schadeverleden”).
Het volgende lid bepaalt dat zo’n verklaring binnen 15 dagen na het verzoek daartoe dient te worden afgegeven. Verder is er een verwijzing naar een ‘delegated act’, waarmee na een overleg met onder andere Insurance Europe het format van zo’n verklaring nog nader wordt vastgesteld. Vermoedelijk wordt deze maand de laatste hand gelegd aan de definitieve versie. Een aandachtpunt is overigens nog dat de richtlijn alleen betrekking heeft op Wettelijke Aansprakelijkheid (WA) en niet op het Casco deel van de verzekering. Vanuit de praktijk bezien is deze verklaring uiteindelijk een fenomeen dat beperkte impact zal hebben.
Vervolg
Tot zover deze toelichting op de genoemde twee punten. In de volgende nieuwsbrief weer verder, waarbij wij in ieder geval ook zullen stilstaan bij de nieuwe regels rondom de mogelijke insolventie van een WA-verzekeraar.
Auteur
Jelle Smits, Senior specialist