Samen werken aan zekerheid

Het Waarborgfonds Motorverkeer behandelt jaarlijks 45.000 claims waarbij onbekende of onverzekerde motorvoertuigen schade hebben toegebracht aan andere verkeersdeelnemers. Een substantieel deel daarvan wordt afgehandeld in samenwerking met rechtsbijstandverzekeraars. Hoe verloopt die samenwerking precies? Het Waarborgfonds, Arag en de klant vertellen over hun ervaringen.

Bij veel mensen is het Waarborgfonds, waarvan de werkzaamheden en het management wordt uitgevoerd door de Vereende, een onbekend fenomeen. Om het proces soepel en correct te laten verlopen, zijn de samenwerkingspartners van het Waarborgfonds daarom van levensbelang. Dat zijn intermediairs, maar ook verzekeraars. Peter Vreugdenhil, specialist schade bij het Waarborgfonds, geeft aan dat er grofweg drie claimstromen zijn. “Een cascoverzekerde dient de claim doorgaans in bij zijn verzekeraar en die verzekeraar verhaalt de schade dan weer op ons – mits er sprake is van schade door een onbekend of onverzekerd motorvoertuig. Van de 45.000 claims die we per jaar krijgen, komt een derde tot de helft op die manier binnen. De rest komt vooral via rechtsbijstandverzekeraars en intermediairs binnen. Daarnaast claimen particulieren voor een deel ook rechtstreeks bij ons. We zien de stroom claims via assurantieadviseurs steeds kleiner worden. Dat komt onder meer doordat consumenten ons steeds beter via internet weten te vinden.”

 

Schade op de parkeerplaats

Ricardo Kwakkenbosch was een van de personen die zijn rechtsbijstandverzekeraar inschakelde. “Ik werk bij de marechaussee op Schiphol. Tijdens mijn opleiding is wel even stilgestaan bij het bestaan van het Waarborgfonds. Dus toen mijn vriendin te maken kreeg met schade aan onze geparkeerde auto, ging er bij mij wel een lampje branden. Ik wist dat we daar altijd nog terechtkonden.” Ricardo’s vriendin had met haar moeder een bezoek gebracht aan een winkelcentrum en zag bij terugkomst op de parkeerplaats meteen dat er schade was. “Op het linker achterscherm – het deel tussen het achterportier en de bumper – zat een flinke deuk die er bij het parkeren nog niet had gezeten.” Er zat geen briefje achter de ruitenwisser, dus het achterhalen van de dader was een moeilijke zaak, besefte Ricardo. “Mensen zijn misschien niet eerlijk als ze weten dat ze een auto hebben geraakt. Maar het kan ook zijn dat ze het niet merken. Als je een Landrover hebt met een trekhaak, hoef je het niet in de gaten te hebben als je langzaam rijdt bij het inparkeren.”

Ricardo vermoedde direct dat er sprake was geweest van een auto met een trekhaak. “De deuk zag eruit alsof er een bal in de auto gedrukt was.” Hij benaderde zijn verzekeringsadviseur, die voorstelde Arag in te schakelen. “We kregen via onze adviseur de formulieren om de schade te melden.”

 

Bemiddelen en ontzorgen

Bij Arag ging Henri van Hunnik, senior medewerker verkeersrecht,  meteen aan de slag. “Wij kennen goed de weg en weten wat de vereisten zijn om een schade door het Waarborgfonds te kunnen laten afhandelen. We hebben vrij snel een expert ingeschakeld. Dat is ook nodig, want een expert moet beoordelen of de schade is veroorzaakt door een motorvoertuig. Dat was hier het geval. Daarna is de schade bij het Waarborgfonds geclaimd met uiteraard de mededeling dat een wettelijk eigen risico van toepassing is als de schade wordt vergoed. Bij een materiele schade is dat 250 euro. Onze rol is hier vooral bemiddelen en ontzorgen.”

Ricardo is gedurende de afhandeling van de schade bij de schadehersteller langs geweest om te vragen of de schade inderdaad door een motorvoertuig was veroorzaakt. “Als het niet zo was geweest, had dat mij en het Waarborgfonds veel tijd en administratie gescheeld. En in dat geval weet ik meteen waar ik aan toe ben met de schadehersteller: wat gaat de reparatie mij kosten en welke stappen moet ik nemen? Maar de schadehersteller zei dat het voor 99% zeker een trekhaak was geweest. Dan is het ook de moeite om een schaderapport op te laten stellen.”

Vlotte afhandeling

De snelheid van de afhandeling heeft Kwakkenbosch verrast. “Ik dacht dat ik een traject van een half jaar in zou gaan.” Van Hunnik geeft aan dat onderling termijnen zijn afgesproken waarbinnen de schade moet worden opgepakt. “De hersteller moet binnen twee dagen de zaak op de rit hebben. Zodra bekend is dat het een schade is voor het Waarborgfonds, moet direct een expert worden ingeschakeld. Dat blijft niet liggen.” Dat heeft er niet zozeer mee te maken dat er maar beperkt de tijd is om te kunnen vaststellen hoe de schade is ontstaan. “Dat kunnen we ook na een jaar bijvoorbeeld nog wel”, zegt Vreugdenhil. “De wettelijke verjaringstermijn is drie jaar. Maar het is natuurlijk wel bijzonder als een benadeelde zich na tweeënhalf jaar nog meldt.”

 

Drie pijlers

De afhandeling van een Waarborgfonds-schade steunt op drie pijlers, zegt Vreugdenhil. “De eerste is dat de schade door een motorvoertuig is ontstaan. Daarnaast heeft de verzekerde een inspanningsverplichting. Je moet binnen een redelijke termijn daadwerkelijk actie ondernemen om de dader te achterhalen. Dat betekent in de praktijk dat mensen aangifte doen bij de politie. Dat ligt het meest voor de hand en is 24 uur per dag mogelijk. Maar er zijn ook andere mogelijkheden, zoals buurtonderzoek. Tegenwoordig zijn er WhatsApp-groepen en oproepen via Facebook.” Van die laatste optie heeft Kwakkenbosch ook gebruik gemaakt. “Dat heeft trouwens niets opgeleverd”, zegt hij. Het Waarborgfonds communiceert dat zulke acties binnen 14 dagen moeten worden ondernomen. In het geval het schadeveroorzakende voertuig of kenmerken daarvan is gezien moet er direct actie worden ondernomen.

De derde pijler is dat er bewijs moet zijn dat de schade nog niet bestond toen de auto werd geparkeerd en met schade op dezelfde plek is aangetroffen, zonder dat er met de auto is gereden. “Dat kan iemand zijn die gezien heeft dat er bijvoorbeeld een auto achterop is gereden. Bij parkeerschades weet je meestal niet wie je zoekt, want er zijn vaak geen mensen die het daadwerkelijk hebben zien gebeuren. Maar de wet der logica zegt dat een schadevrij geparkeerde auto zelf geen schade heeft veroorzaakt. Dan is het de vraag of er sprake is van vandalisme of een aanrijding. Dat kan de expert vaststellen, maar als er ooggetuigen zijn, dan staat het al bij voorbaat vast. Dan is de expert nog wel van belang voor het vaststellen van de schadeomvang. In het geval van Ricardo Kwakkenbosch hielp het natuurlijk enorm dat zijn schoonmoeder als getuige op kon treden”.

Van Hunnik geeft aan dat er nog wel eens getuigen zijn die een verklaring afgeven die volgens de expert onmogelijk juist kan zijn. “Maar meestal gaat het om mensen die echt niet weten wat er gebeurd is. Bij een afgetrapte buitenspiegel kan het ook een fietser geweest zijn. En soms proberen mensen oudere schades te claimen. Dat kan de expert allemaal vaststellen”, zegt Vreugdenhil. Maar het kan nog erger, zegt hij: “Er zijn mensen die zelf tegen een paaltje zijn gereden en toch het Waarborgfonds inschakelen.”

Omdat zulke gevallen zich voordoen, is er een traject ingericht om fraude zo veel mogelijk te kunnen voorkomen. “Daardoor ontstaat bij de consument het beeld dat het wel maanden zal duren voordat er iets gebeurt.” Dat beaamt Kwakkenbosch. “Bij ons ging het om een simpele verkeersschade. Het was duidelijk dat het een trekhaak was en je auto tegen een trekhaak manoeuvreren is nogal lastig. Toch zagen ook wij dat de meeste tijd van het proces zit in het uitsluiten van fraude.”

 

Voorwerk

Bij het Waarborgfonds ligt de gemiddelde doorlooptijd van een schade op minder dan 30 dagen. “Maar dan heeft vaak, zoals in deze zaak, de rechtsbijstandverzekeraar of de cascoverzekeraar al voorwerk gedaan.” Kwakkenbosch geeft aan dat zijn tussenpersoon de schadeformulieren had geregeld. “Wij hadden de inspanningsverplichting binnen een termijn van twee weken en daarna hebben we de formulieren opgestuurd. Maar dan ben je al bijna drie weken onderweg. En dan ligt het nog niet bij jullie op het bureau. Voor mijn gevoel was de totale duur van de schadeafhandeling dus bijna drie maanden. Terwijl jullie er misschien maar vijf weken mee bezig zijn geweest.”

 

Schadezonderdader.nl

Kwakkenbosch is achteraf zeer tevreden over het verloop van de schadeafhandeling. Wat hem betreft mag het Waarborgfonds wel wat meer aan zijn bekendheid werken. “Het past niet bij onze rol om tijdens de Champions League-finale reclame te gaan maken”, reageert Vreugdenhil. “Uiteraard willen wij wel graag dat mensen die terecht een beroep op het Waarborgfonds willen doen ons ook weten te vinden. Daarvoor hebben wij Schadezonderdader.nl waar mensen met enkele controlevragen kunnen nagaan of hun claim kans van slagen heeft en wij hebben uiteraard ook een website (waarborgfonds.vereende.nl). Daarnaast hebben we contacten met politiebureaus en slachtofferhulp, zodat mensen weten dat ze bij ons terecht kunnen.”