Het koophuis valt in de erfenis
Als er na een overlijden een koophuis in de nalatenschap valt, zullen de erfgenamen moeten besluiten wat er met het huis gaat gebeuren. Verkopen, verhuren of zelf in gaan wonen?
Vaak kan de verzekering op naam van de erfgenamen worden gezet en zo doorlopen. Voor verzekeraars is het dan van belang om:
- een kopie van de akte van overlijden te ontvangen;
- te weten wat de relatie met de overledene was;
- het polisnummer te ontvangen.
Uiteraard kan de verzekering ook beëindigd worden. Teveel betaalde premie wordt dan teruggestort aan de erfgenamen.
Als wordt gekozen om te verkopen, is het raadzaam dit zo snel mogelijk te doen. Energiekosten, maar ook gemeentelijke- en waterschapbelastingen blijven anders verschuldigd. De opbrengst van de verkoop van het huis kan ook mooi gebruikt worden voor het betalen van de erfbelasting.
Als de erfgenamen overeenkomen om te verhuren, zal goed gekeken moeten worden of er nog een hypotheek op het pand rust. Verhuur zal aan de hypotheekverstrekker doorgegeven moeten worden.
Besluit één van de erfgenamen in het huis te gaan wonen, dan moet dat goed met de overige erfgenamen overlegd worden. Alle instanties moeten dan geïnformeerd worden over de nieuwe eigenaar. Misschien besluit u vooraf eerst wel te verbouwen en moet daar eerst een vergunning voor worden aangevraagd.
In alle situaties bestaat er de mogelijkheid dat het huis voor langere tijd leeg komt te staan. Is het huis dan al die tijd nog verzekerd op de woonhuisverzekering van de overleden eigenaar?
De risico’s van leegstand
Voor de situatie dat er geen mede-eigenaar is die na overlijden in het woonhuis blijft wonen, hebben verzekeraars in hun polisvoorwaarden bepaald dat de verzekering vaak nog een aantal maanden voor de erfgenamen blijft gelden.
Staat een woonhuis langere tijd leeg, dan is belangrijk om te realiseren dat die leegstand een bepaald risico met zich meebrengt. Door minder toezicht is er eerder kans op schade en kan ook het nemen van maatregelen om de schade te beperken langer op zich laten wachten.
Sommige verzekeraars beperken bij leegstaand, na een bepaalde periode, automatisch de dekking tot schade door brand en storm. Onder andere schade door inbraak en vandalisme komt dan te vervallen. Bij andere verzekeraars moet expliciet worden aangegeven dat er sprake is van (langdurige) leegstand. Zij bieden dan mogelijk ook een beperkte dekking. Ook de periode dat beperkte dekking wordt aangeboden, kan per verzekeraar verschillen.
Los van het verzekeringsrisico kan er vanuit een gemeente de verplichting zijn om leegstand te melden. Dit om de woningnood tegen te gaan. In bijvoorbeeld Amsterdam moet aangegeven worden als een woonhuis langer dan 6 maanden leegstaat. Anders kan een boete volgen.
Wijzigingen doorgeven
Het blijft dus zeer belangrijk elke wijziging in het verzekerde risico door te geven. Dit voorkomt teleurstelling bij schade. Is er een dekking voor het leegstaande woonhuis afgesproken, ook dan is het belangrijk wijzigingen door te geven. Wij noemen er een aantal:
- het leegstaande woonhuis wordt weer bewoond;
- het leegstaande woonhuis wordt verhuurd;
- het leegstaande woonhuis is gekraakt;
- het leegstaand woonhuis is verkocht;
- er vindt een verbouwing plaats in het leegstaande woonhuis.
Feit of fabel
De feit of fabel “Woonhuisverzekering biedt, na overlijden eigenaar, altijd beperkte dekking bij leegstand’ is dan ook een fabel. De dekking voor de woonhuisverzekering voor wat betreft overlijden en leegstand kan nogal verschillen, dus het is verstandig in zo’n situatie direct de polisvoorwaarden te raadplegen.
Auteur
Willem Jonkman, Senior specialist verzekeringstechniek