Waardemeters
Om garantie tegen onderverzekering te krijgen moet er een waardemeter ingevuld worden. De meest bekende waardemeters zijn de Herbouwwaardemeter (HWM) en de Inboedelwaardemeter (IWM) van het Verbond van Verzekeraars. De Inboedelwaardemeter wordt overigens niet meer jaarlijks nieuw uitgebracht, maar de waarden worden nog wel jaarlijks geïndexeerd.
De meeste varianten van waardemeters die door de verschillende verzekeraars gebruikt worden, zijn afgeleid van deze verbondswaardemeters.
Een waardemeter is een instrument waarmee de waarde van een woonhuis of een inboedel bij benadering kan worden berekend. Dit klopt nooit 100% met de werkelijke waarde en dat is ook niet mogelijk. Een marge naar boven of beneden wordt door de verzekeraar geaccepteerd, omdat de verzekeraar weet dat de uitkomst een hele goede indicatie is van de werkelijke waarde. Daarnaast vereenvoudigt het gebruik van de waardemeters de aanvraagprocedure en dat levert niet alleen een kostenbesparing op aan de kant van de verzekeraar, maar ook gebruiksgemak voor de klant.
Het gebruik van een waardemeter wordt door de verzekeraar meestal gecombineerd met garantie tegen onderverzekering. Dat is fijn voor de klant, want die hoeft zich op deze manier geen zorgen te maken dat hij misschien te laag verzekerd is.
Clausule Garantie Tegen Onderverzekering
De garantie wordt verleend door middel van een bepaling in de voorwaarden, of door een clausule op de polis. De inhoud van de clausule verschilt per verzekeraar, maar de strekking is bij alle verzekeraars hetzelfde: als er een waardemeter is ingevuld, dan geldt er garantie tegen onderverzekering. De duur van de garantie is in de meeste gevallen beperkt tot een bepaalde tijd, bijvoorbeeld 3 of 5 jaar. Maar deze kan dan weer worden verlengd, wanneer er opnieuw een waardemeter wordt ingevuld. Maar wordt er gedurende de garantieperiode dan ook echt altijd de volledige schade uitgekeerd? Het antwoord is nee.
Uitzonderingen
Er zijn wel degelijk uitzonderingen. Om tot een voor de verzekeraar acceptabele verzekerde waarde te komen, moet een waardemeter correct en naar waarheid worden ingevuld. Verschillende verzekeraars hebben een bepaling in de garantieclausule die regelt dat de garantie niet geldt wanneer dat niet is gebeurd.
Het is dus van belang dat alle gegevens die worden ingevuld juist zijn. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar in de praktijk kan dit nog wel eens een lastige opgave blijken. Bij de herbouwwaardemeter bijvoorbeeld wordt er gevraagd naar de kubieke inhoud van het gebouw. Het berekenen van deze inhoud is bepaald geen sinecure. Dit is voor een makelaar soms al lastig, laat staan voor een particuliere gebruiker. Als hierbij fouten gemaakt worden die de uitkomst (sterk) negatief beïnvloeden, dan kan dit dus gevolgen hebben voor de garantie. Natuurlijk zal altijd worden uitgegaan van de goede trouw van de gebruiker van de waardemeter, maar als de verschillen erg groot zijn dan heeft de verzekeraar de optie om de garantie te laten vervallen op basis van deze bepaling.
De garantie op een woonhuisverzekering kan ook komen te vervallen wanneer het woonhuis na het invullen van de waardemeter is verbouwd, zonder dat dit is doorgegeven aan de verzekeringsmaatschappij.
Bij inboedelverzekeringen gelden in de polisvoorwaarden vaak limieten voor bijzondere bezittingen, lijfsieraden of audio- en visuele apparatuur. Vaak wordt de mogelijkheid geboden om het meerdere boven die limieten apart mee te verzekeren, maar dat moet dan apart worden aangegeven. Gebeurt dit niet, dan kan er op de ‘normale’ inboedel wel garantie tegen onderverzekering gelden, maar op de genoemde bijzondere bezittingen zijn dus de limieten van toepassing. Bij schade wordt er dan weliswaar geen onderverzekering toegepast, maar de uitkering op de bijzondere zaken zal toch worden gelimiteerd.
Conclusie
Dat bij garantie tegen onderverzekering altijd de volledige schade wordt uitgekeerd is een fabel.
De garantie kan komen te vervallen als de waardemeter niet correct is ingevuld of als verbouwingen niet zijn doorgegeven. Los daarvan kunnen bepalingen in de polisvoorwaarden de uitkering beperken.
Particuliere brandverzekeringen zijn voor veel verzekeraars en assurantieadviseurs ‘commodity-producten’: de onderlinge verschillen zijn klein en bij het sluiten van dit type verzekeringen gaat het voor een groot deel om gemak. Garantie tegen onderverzekering maakt het afsluitproces eenvoudiger en sneller en dat is prettig voor alle partijen.
Maar daardoor is het, om teleurstelling te voorkomen, des te belangrijker om duidelijk te communiceren over -de beperkingen van- de voorwaarden van de verzekering en de garantie.
Auteur
Ruud Bolleboom, Senior specialist verzekeringstechniek